De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
De Nederlandse Emissieautoriteit (hierna: NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor toezicht en uitvoering van marktinstrumenten om klimaatverandering tegen te gaan. Het bestuur van de NEa is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) dat werkt in opdracht van de ministeries van EZK en IenW. De organisatie van de NEa is een agentschap van het ministerie van EZK.
De NEa draagt als uitvoeringsorganisatie en toezichthouder bij aan de reductie van CO2-uitstoot en energietransitie in Nederland. De NEa borgt dat bedrijven, die deelnemen aan het Europese emissiehandelsysteem (EU ETS) of vallen onder de wet- en regelgeving voor Hernieuwbare Energie voor Vervoer (EV), voldoen aan hun verplichtingen. Hiertoe verleent zij vergunningen, faciliteert ze de handel in CO2-emissierechten en hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s), en beheert ze het EU ETS-register en het Register Energie voor Vervoer (REV).
De NEa is bovendien uitvoerder van de nationale CO2-heffing en de minimum-CO2-prijs elektriciteitsopwekking, en ziet toe op de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en het Besluit conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen.
Het onderzoek
KWINK groep is door het ministerie van EZK gevraagd om inzichtelijk te maken hoe de NEa in de afgelopen periode (2017 – 2022) heeft gefunctioneerd, maar ook om in kaart te brengen hoe de NEa de komende vijf jaar beheerst kan groeien en tegelijkertijd verder kan professionaliseren. Dit onderzoek is dan ook onderdeel van een pilot van het ministerie van Financiën om onderzoeken praktischer en bruikbaarder te maken door de nadruk van het evalueren te verleggen van terugkijken naar vooruitkijken.
De focus van het onderzoek lag op de governance, doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de NEa, maar ook op de verwachtte groei en professionalisering van de organisatie.
Resultaten
Op basis van het onderzoek concluderen we dat de governance van de NEa over het algemeen momenteel ‘staat’. Wel bevelen we aan om aandacht te besteden aan het toekomstbestendig maken van de organisatie, door het versterken van de interactie tussen de NEa en de ministeries van EZK en IenW. Maar ook door na te denken over de huidige organisatiestructuur en bestuursvorm op de lange termijn en eventuele aanpassingen die nodig zijn om de organisatie toekomstbestendig te maken.
Het onderzoek wijst ook uit dat de NEa over het algemeen doeltreffend, doelmatig en rechtmatig functioneert. De NEa levert een belangrijke bijdrage een het huidige emissiehandelsysteem en het systeem van Hernieuwbare Energie voor Vervoer. Wel mag er meer inzicht komen in de maatschappelijke impact van het werk van de NEa. We bevelen de NEa daarom aan om meer inzicht te geven in haar bijdrage aan de publieke waarde.
Het is op basis van dit onderzoek lastiger om een eenduidig oordeel te vellen over de doelmatigheid van de NEa op basis van de huidige set doelmatigheidsindicatoren. We doen twee aanbevelingen om de doelmatigheid te verbeteren: periodiek reflecteren met de betrokken ministeries en de huidige set doelmatigheidsindicatoren aanvullen met nieuwe indicatoren.
Als laatste is het belangrijk om kennis te borgen in gedrag, structuur en processen van de organisatie, om de continuïteit van de organisatie in de toekomst te waarborgen. In het rapport doen we hiervoor een aantal suggesties, zoals het opnemen van de ontwikkeling en borging van kennis in werkprocessen en het duidelijk beleggen van de verantwoordelijkheid hiervoor in de structuur van de organisatie. Bovendien bevelen we de NEa aan om meer samenwerking op te zoeken met kennispartners, zoals het ministerie van EZK en de RVO.
Op 4 april stuurde de minister voor Klimaat en Energie het onderzoek naar de Tweede Kamer. Lees het volledige onderzoek hier en de reactie van de minister hier.
Ervaring
KWINK groep heeft veel ervaring met het evalueren van zbo’s en het doorlichten van agentschappen. Zo evalueerde KWINK groep eerder onder andere de Kansspelautoriteit, de AFM en DNB en het CBS. Ook heeft KWINK groep reeds verschillende andere agentschappen en toezichthouders doorgelicht, zoals de RVO en de ILT.