Exportkredietverzekering en de Klimaattop van Glasgow (COP26)
Een exportkredietverzekering (ekv) biedt exporteurs verzekeringen en garanties tegen risico’s bij het zakendoen in het buitenland. De Nederlandse overheid is hierbij de verzekeraar. De Staat verstrekt geen subsidie en doet geen investering, maar verzekert enkel het risico van de transacties. Daarbij kan de Staat in totaal tot 10 miljard euro verzekeren. Een belangrijke regeling voor Nederlandse bedrijven.
Op de Klimaattop in 2021 in Glasgow (COP26) is een verklaring opgesteld voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie. Samen met 38 andere landen heeft Nederland die verklaring ondertekend. Onderdeel van het ondertekenen van de COP26-verklaring was dat een deel van de fossiele energieprojecten vanaf eind 2022 niet meer verzekerd zouden worden via de exportkredietverzekering. In 2022 betrof 32% van de totale verzekerde waarde in Nederland fossiele transacties. De implementatie van de COP26-verklaring is een belangrijke stap in de Nederlandse inzet om de 1,5-graad-doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs te bereiken.
De tussentijdse evaluatie
Op 1 januari 2023 is het Nederlandse COP26-beleid ingegaan. Vanaf dat moment was het voor exporteurs niet langer mogelijk om fossiele energieprojecten te verzekeren via de exportkredietverzekering (op enkele uitzonderingen na die in lijn zijn met de 1,5 graden doelstelling van Parijs). Het kabinet heeft eind 2022 aan de Tweede Kamer toegezegd om het nieuwe COP26-beleid voor de exportkredietverzekering periodiek te evalueren. Het ministerie van Financiën en het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben KWINK groep gevraagd deze tussentijdse evaluatie uit te voeren. De evaluatie had als doel zicht te krijgen op de effecten van het beleid tot nu toe.
Conclusies en aanbevelingen
De hoofdvraag van de evaluatie luidde: Wat zijn de effecten van het COP26-beleid voor de exportkredietverzekering tot nu toe? Door een documentanalyse, data-analyse en interviews met stakeholders waaronder NGO’s en exporteurs, formuleerden wij een antwoord op deze vraag. We lichten hierna enkele conclusies uit:
- We concluderen dat het COP26-beleid na één jaar grotendeels doeltreffend is ten aanzien van het gestelde doel: geen exportkredietverzekering meer voor de fossiele energiesector, behoudens de geformuleerde uitzonderingen. In 2023 zijn zes projecten in de fossiele energiesector verzekerd, waarvan één buiten de geformuleerde uitzonderingen valt. Wel is het nog te vroeg om een dalende trend vast te stellen: daarvoor moeten de cijfers de komende jaren gemonitord worden.
- We concluderen dat de beëindiging van steun voor de fossiele energiesector via de exportkredietverzekering een negatief effect heeft op de oorspronkelijke doelstellingen van de exportkredietverzekering (BBP en werkgelegenheid), omdat bepaalde transacties niet langer worden verzekerd. Dit is nadelig voor exporteurs in de fossiele energiesector.
- Ook heeft het beleid effect op het internationaal gelijkwaardig speelveld voor Nederlandse bedrijven, omdat niet alle landen de COP26-verklaring hebben ondertekend. Wel zien we dat het speelveld overwegend gelijkwaardig is met een groot deel van de Europese landen. Ook zet de Nederlandse overheid zich actief in op internationaal niveau voor een meer gelijkwaardig speelveld, waarbij we verschillende positieve ontwikkelingen zien.
De rest van de conclusies van het onderzoek en een nadere onderbouwing zijn te lezen in het gepubliceerde rapport.
Ervaring KWINK groep
KWINK groep heeft veel ervaring met het evalueren van projecten op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie. Zo evalueerden we in 2022 het Programma Aardgasvrije Wijken en ontwikkelden we een handreiking om overheden hulp te bieden bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek naar risicoperceptie in de energietransitie.