Het adviescollege Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) adviseert de ministers van EZK, IenW, LNV en BZK over tal van onderwerpen. Van kringlooplandbouw tot aan luchtvaartbeleid. KWINK groep evalueerde begin dit jaar de Rli. Het rapport is deze week openbaar gemaakt met een reactie van minister Van Nieuwenhuizen (IenW).
De kaderwet Adviescolleges verplicht adviescolleges, zoals de Rli, elke vier jaar een evaluatie. KWINK groep heeft de raadsperiode 2016-2020 geëvalueerd. Door middel van de evaluatie legt de raad verantwoording af aan de regering en aan het parlement. Naast deze verantwoording worden in de rapportage aanbevelingen gedaan voor de nieuwe raadsperiode die 1 augustus is gestart.
Onderzoek van de Rli
In de evaluatie spraken we met leden van de Raad, ambtenaren en maatschappelijke organisaties over het functioneren van de Rli. In het onderzoek is gekeken naar de kaders waarbinnen de Rli opereert, de samenstelling van de Rli, het werkprogramma van de Rli, het adviestraject en de adviesproducten. Tot slot hebben we aandacht besteed aan de doorwerking van de adviezen.
Uitkomsten
Op grond van ons onderzoek zijn we positief over de bijdrage hat adviescollege. De Rli levert met haar adviezen voeding aan het politiek-maatschappelijke debat en de adviezen. De adviezen zijn agenderend en richtinggevend. Tegelijkertijd adviseren wij om aandacht te blijven geven aan onderhoud van contacten met relevante stakeholders, zoals departementen en het parlement. Op deze manier kan de toepasbaarheid van de aanbevelingen op de beleidspraktijk worden verhoogd. Voor meer conclusies en aanbevelingen verwijzen wij naar de (samenvatting van de) rapportage.
Kabinetsreactie
Begin deze week deelde de minister van Infrastructuur en Waterstaat de kabinetsreactie op de evaluatie. Eén onderdeel van de reactie lichten we graag uit: Ten slotte stelt KWINK in de evaluatie dat een vaak zeer defensieve grondtoon in kabinetsreacties de boventoon voert en dat dit een voorname oorzaak is voor de beperkte waarneembaarheid van de adviezen van de raad op politieke agenda’s. Deze constatering uit de evaluatie is niet zozeer aan het adviescollege gericht, maar aan het kabinet. Het kabinet neemt deze aanbeveling ter harte. Wij zullen de adviezen van de Rli blijven volgen en zijn benieuwd naar de wijze waarop het kabinet om zal gaan met de adviezen.