Een vraag die wij, adviseurs, onszelf vaak stellen is: wat gebeurt er met onze rapporten? Aan het eind van elk project leveren we een rapportage met conclusies en veelal ook met aanbevelingen. En dan? Deze vraag is niet alleen relevant voor ons als onderzoeksbureau maar ook voor adviesraden, en andere onderzoeksinstituten. Daarom stellen wij onszelf de vraag: hoe is de doorwerking van ons werk? We nemen u mee in onze visie over doorwerking en bieden onze hulp aan!
Wat is doorwerking?
Bij advisering is het uiteindelijk te doen om de doorwerking van de adviezen. Onder doorwerking verstaan we de reeks van effecten die redelijkerwijze zijn toe te schrijven aan het werk van de adviseur. Het gaat dan om zowel bedoelde als onbedoelde effecten, directe en indirecte effecten, primaire en secundaire effecten. Het ‘werk’ van de adviseur omvat alle facetten dus niet alleen rapportage, maar ook gebruikte methoden en werkwijzen, timing, toonzetting en communicatie. Met de uitdrukking redelijkerwijze beperken we de beschouwing van oorzaak-gevolgketens die per definitie oneindig zijn. De invulling van dit begrip in een concreet geval behoeft nadere argumentatie.
Doorwerking bij wie?
Op het eerste gezicht is doorwerking zichtbaar wanneer geadresseerde en/of andere betrokken partijen verklaren het eens te zijn met het advies en aankondigen veranderingen te willen aanbrengen die overeenkomstig zijn met de aanbevelingen. Bij het beoordelen ervan is het echter wel noodzakelijk onderscheid aan te brengen tussen verbale verklaringen enerzijds en daden anderzijds. De betrokken partijen zijn de geadresseerden van de advisering en overige actoren die in de behandelde problematiek een rol spelen. Het kan ook gaan om een coalitie van actoren, die een bepaalde oplossing steunt, of uitdrukkelijk verwerpt. Daarnaast is het doorwerken ervan mogelijk bij actoren, die niet zelf betrokken zijn bij een vraagstuk, zoals media, wetenschap of burgers.
Doorwerking waarop?
Vervolgens rijst de vraag waarop deze verandering betrekking zou kunnen hebben. Uiteraard is hiervoor de aard en inhoud van het advies buitengewoon belangrijk. In het algemeen zijn te onderscheiden:
- De agenda van een actor of een groep van actoren;
- De zienswijze op het vraagstuk, het frame, de conceptualisering of de beleidstheorie van een actor of een groep van actoren;
- De door een actor of een groep van actoren in beschouwing genomen en geprefereerde oplossingsrichtingen voor het vraagstuk, het beleid;
- Het daadwerkelijk handelen van een actor of een groep van actoren, maar ook de legitimatie en reputatie van de adviseur.
Zo ontstaat bij onderzoek naar doorwerking een heuristiek langs twee assen, die antwoord geven op de twee vragen: doorwerking bij wie en doorwerking waarop?
Complicaties bij doorwerking
Beoogde doorwerking is gericht op effecten die in overeenstemming zijn met de beoogde doelen. Zoals vaak levert doordenking van het begrip ook interessante complicaties op. Enerzijds kan men de vraag stellen of advisering een toevoeging of een tempoverhoging tot stand brengt aan de leerprocessen die bij betrokkenen reeds op gang waren, dan wel deze processen belemmert of vertraagt. Anderzijds eindigt het proces van doorwerking niet bij het overnemen van aanbevelingen, of het anderszins opvolgen van het advies. Het is immers mogelijk dat aanbevelingen ook indien zij worden overgenomen niet leiden tot gedragsverandering van betrokkenen.
In het boek Theories of the Policy Process schetst Paul Sabatier een ‘Advocacy Coalition Framework’ (zie hieronder). Het is een ontwerp van beleidsvorming, waarin steeds verschillende coalities bestaan rond frames, beleidstheorieën of beleidsinhouden, en via het politieke proces tenslotte een van deze coalities de overhand verkrijgt. Dit ontwerp is ook geschikt voor advisering omdat het laat zien welke variabelen van invloed kunnen zijn. In het algemeen komt het ons voor, dat een advies in doorwerking op beleid aan intensiteit wint, naarmate het dichter aansluit bij een vitale advocacy coalition die al aanwezig is, maar nog niet dominant is.
Casus: Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur
Bij de evaluatie van de Rli is aan de hand van casusonderzoek gekeken naar de doorwerking van een aantal voortbrengselen van de adviesraad. Voor elk van de casus is gesteund op de omvangrijke documentatie van de Rli zelf en hebben gesprekken plaatsgevonden met zowel interne als externe betrokkenen. Waar mogelijk hebben wij met behulp van de hierboven gedeelde heuristiek een zo volledig mogelijk beeld per casus over de doorwerking binnen de beschouwde periode geschetst. Dit laatste houdt ook een voorbehoud in: soms vindt de doorwerking pas decennia later plaats.
Onze visie en het hulpaanbod
Adviesraden vinden onderzoek naar doorwerking soms griezelig. De meest beperkte opvatting is, dat de Adviesraad geen verantwoordelijkheid draagt voor wat met het advies gebeurt. Dit is steriel, omdat bezinning tevoren op doorwerking vaak ook leidt tot een ander adviesproces en een ander product. Doorwerking komt al ver voor het uiteindelijke onderzoeksresultaat tot stand. Wij pleiten dan ook voor bewustwording ervan in het hele proces. Als organisaties in hun werkwijze reeds rekening houden met doorwerking, dan zijn de effecten op het latere daadwerkelijke handelen van geadresseerde actoren te versterken. Wilt u inzicht krijgen in de doorwerking van uw advisering? En heeft u behoefte aan een visie over doorwerking? Wij helpen u graag!