Op mei 2022 stelde de gemeenteraad van Den Haag de voorbereidingscommissie Dreven, Gaarden en Zichten in. De commissie kreeg de opdracht om vooronderzoek te doen naar drie onderwerpen die spelen bij de transformatie van Den Haag Zuidwest en in het bijzonder de buurten Dreven, Gaarden en Zichten. Het onderzoek van KWINK richt zich op de informatievoorziening vanuit het college naar de raad. Het rapport is afgelopen week gepubliceerd met een voorstel van de voorbereidingscommissie.
Achtergrond
Sinds 2018 werkt de gemeente Den Haag samen met Staedion om een plan te ontwikkelen voor de buurten Dreven, Gaarden en Zichten. De Dreven, een van de drie buurten, is in 2004 aangewezen tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht. In de raad is meermaals gedebatteerd over de plannen voor deze drie buurten en specifiek over het beschermd stadsgezicht in de Dreven. Op 10 februari 2022 heeft de raad het voorstel van het college aangenomen om de aanwijzing van de Dreven tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht in te trekken. In dezelfde raadsvergadering is ook de motie Onderzoek Dreven-Gaarden-Zichten van de VVD aangenomen. Met deze motie verzoekt de raad om een voorbereidingscommissie in te stellen ten behoeve van een vooronderzoek. Ons onderzoek richt zich op de informatievoorziening richting de raad.
Aanpak
De centrale onderzoeksvraag is: Hoe is gekomen tot het opheffen van het beschermd stadsgezicht en hoe was de informatievoorziening naar de raad? Om tot een antwoord te komen zijn documenten bestudeerd behorende bij de raads- en commissievergaderingen, en zijn relevante raadsvergaderingen bekeken.
Resultaten
De raad is vroegtijdig betrokken bij het proces, namelijk vanaf het moment dat de gemeente Den Haag in oktober 2018 de eerste samenwerkingsovereenkomst met Staedion sloot. Gedurende het proces is het onderwerp meermaals besproken in raads- en commissievergaderingen. Het college heeft op verschillende momenten schriftelijke informatie met de raad gedeeld. We vinden de schriftelijke informatie uit de openbare en geheime stukken begrijpelijk en over het algemeen goed leesbaar. De mondelinge communicatie in deze vergaderingen is (anders dan de schriftelijke stukken) niet altijd goed begrijpelijk omdat sommige vragen van de raad niet of onduidelijk door het college worden beantwoord.
Formeel en procedureel is in de Gemeentewet in artikelen 60, 155 en 169 opgenomen hoe informatievoorziening vorm kan krijgen. Daarnaast heeft de gemeente Den Haag een Reglement van Orde vastgesteld voor vergaderingen. We stellen vast dat de juridische normen in de Gemeentewet en in het Reglement van Orde open zijn geformuleerd en ruimte laten voor eigen interpretatie. Binnen deze ruimte kan in de interactie tussen raad en college een wijze van informatievoorziening groeien waarmee zowel raad als college kan leven en die aansluit op de relatie tussen beide organen. Op basis van deze juridische normen concluderen we dat de handelswijze van het college op punten twijfelachtig is als het gaat om de informatievoorziening en daaropvolgende besluitvorming.
Het meest opvallende moment in het proces van informatievoorziening en de daaropvolgende besluitvorming is het preadvies van de Welstandscommissie. Het heeft ruim een half jaar geduurd voordat het college het preadvies ter beschikking heeft gesteld. Dit is op zichzelf al een vrij lange periode, maar het is des te opmerkelijker omdat de politieke gevoeligheid rondom het beschermd stadsgezicht al vanaf april 2019 aan het groeien was. Een voorbeeld waarin de werkwijze van het college ter discussie kan worden gesteld, is de besluitvorming over de Nota’s van Uitgangspunten (NvU). De NvU bespreken en laten goedkeuren door de raad zonder het (pre)advies van de Welstandscommissie ter beschikking te hebben gesteld, is discutabel. We vinden de volgorde niet correct, namelijk dat besluitvorming over de NvU plaatsvond voordat de informatie over het preadvies voor de raad beschikbaar was. Het proces is onvoldoende duidelijk geschetst door het college.
Observaties
Het niet actief delen van het preadvies van de Welstandscommissie van de wethouder aan de raad bestempelen we als ongelukkig. De koninklijke weg was geweest om het preadvies eerder én actief te delen met de raad.
In de discussie tussen college en raad is te veel aandacht uitgegaan naar formaliteiten zoals de juridische status van het preadvies. Het formaliseren versterkt het wantrouwen tussen de raad en het college. Formele regelingen bieden ruimte aan het college om stukken later te delen met de raad, maar deze regelingen stellen niet dat dit moet.
Het wantrouwen tussen de raad en het college is gestegen gedurende de periode 2018-2022 ten aanzien van de gebiedsontwikkeling in Zuidwest en het beschermd stadsgezicht van de Dreven. De opvallende momenten die eerder zijn geschetst zorgen ervoor dat het beeld bij de raad is ontstaan dat informatie is achtergehouden. Bij het beschikbaar stellen van informatie ontstaat telkens de vraag of de informatie volledig is. De kwaliteit van de democratie wordt geschaad als de dynamiek tussen de raad en het college de informatievoorziening beïnvloedt.
Lessen en verbeterpunten voor de toekomst
We geven de volgende verbeterpunten mee:
- Als het gaat om een verbetering van de schriftelijke informatievoorziening dan zien we mogelijkheden om in documenten een nadere toelichting te geven op het reeds doorlopen proces. Denk aan wat is de voorgeschiedenis en welke besluiten zijn al genomen. Ook is van belang om in de documenten aan te geven wat de gevolgen zijn voor instemming/besluit van de raad met voorstellen.
- In het proces van informatievoorziening is actieve informatieplicht het uitgangspunt op basis van de Gemeentewet. In de praktijk kan hier nader invulling aan worden gegeven door het college door documenten liever wel dan niet te delen en dit liever eerder dan later te doen.
- Dit proces van informatievoorziening raakt sterk aan de cultuur en de verhoudingen tussen raad en college. We schetsten eerder dat wantrouwen is ontstaan tussen het college en de raad. Om vertrouwen te herstellen is van belang dat gesprekken worden gevoerd over dit onderwerp.
Tot slot stellen we voor om de bestaande afspraken met de Welstandscommissie te verduidelijken. Het is van belang om de procedure expliciet te maken. Dit laat onverlet dat actieve informatieplicht het uitgangspunt is. Het expliciet vastleggen van afspraken is slechts een middel dat een bijdrage levert aan dit doel.
Reactie voorbereidingscommissie
De voorbereidingscommissie onderschrijft onze conclusies en aanbevelingen. De commissie is van mening dat toekomstige informatievoorziening rond het project Dreven, Gaarden en Zichten moet worden verbeterd en dat een actieve informatieplicht altijd het uitgangspunt dient te zijn bij het delen van informatie aan de raad. Daarnaast heeft de voorbereidingscommissie besloten geen vervolgonderzoek over de informatievoorziening uit te laten voeren.