KWINK Groep

Nassaulaan 1
2514 JS Den Haag

+31 (0)70 35 96 955
info@kwinkgroep.nl
Contact
Project

Evaluatie Zorginstituut Nederland openbaar

Eind 2020 is de evaluatie van het Zorginstituut Nederland verzonden naar de Tweede Kamer. KWINK groep voerde de evaluatie uit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

22 januari 2021

Evaluatie Zorginstituut Nederland openbaar

Eind 2020 is de evaluatie van het Zorginstituut Nederland verzonden naar de Tweede Kamer. KWINK groep voerde de evaluatie uit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Het Zorginstituut
Het Zorginstituut Nederland heeft een wettelijk opgedragen takenpakket en is een zelfstandig bestuursorgaan. De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen schrijft een vijfjaarlijkse evaluatie voor van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de organisatie. De evaluatie die KWINK groep uitvoerde betrof een terugblik op de periode 2014-2019.

Aanpak
Aan de hand van documentenonderzoek zijn relevante feiten en cijfers in kaart gebracht. De percepties van stakeholders over het functioneren van ZiN zijn verzameld via interviews en thematische groepsbijeenkomsten. In het onderzoek zijn twee casussen bestudeerd ter verdieping van het onderzoek, namelijk de Intra-arteriële behandeling (IAT)-casus en de Davos-casus.

Bij het evalueren van het functioneren van een organisatie op doeltreffendheid en doelmatigheid vinden we het van belang een evaluatiekader te hanteren dat de samenhang laat zien tussen de beleidsdoelstellingen (van de wetgever), de ambities van de organisatie, de wettelijke taken en de oordeelsvorming over de doeltreffendheid en doelmatigheid. Daarnaast hebben we in onze aanpak extra aandacht geschonken aan adaptiviteit en lerend vermogen van de organisatie, om te kijken of het Zorginstituut zich kan aanpassen aan de dynamiek binnen en rondom de organisatie.

Conclusies onderzoek

Het Zorginstituut levert een bijdrage aan het op peil houden van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg. De organisatie bevindt zich in een dynamisch landschap, waarin de visie op de uitkomst van zorg, de arts-patiënt relatie en de economische kosten aan veranderingen onderhevig zijn. Gedurende de te beschouwen periode zijn er taken bijgekomen, en (in mindere mate) verdwenen. In ons rapport concluderen we dat het Zorginstituut meermalen wel erg vloeiend heeft besloten tot aanvaarding van additionele taken – taken in aanvulling op de wettelijke taken. Ook constateren we dat de ontwikkeling van de taak inzake het pakketbeheer en de additionele taak betreffende kwaliteit ervoor hebben gezorgd dat de organisatie dichter bij ‘de hitte van de politiek’ is gebracht. Dat bleek bijvoorbeeld bij het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg en de financiële consequenties daarvan, en bij de beslissing aangaande hooggebergtebehandeling voor bepaalde astmapatiënten (casus Davos).

Tot de wettelijke taken van het Zorginstituut behoren sinds 2014 ook een aantal taken ten aanzien van de kwaliteit van de zorg. Deze taken hebben onder meer betrekking op het beheer van het openbaar register, kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten, en het verzamelen, samenvoegen en beschikbaar maken van informatie. Onze bevinding is, dat deze taken in het algemeen voortvarend zijn opgepakt door de organisatie. Wel concluderen we dat de wijze waarop het Zorginstituut invulling geeft aan het ter beschikking stellen van informatie aan patiënten overwegend nog onvoldoende doeltreffend is.

Aanbevelingen aan het Zorginstituut en het ministerie van VWS

Op basis van onze conclusies hebben we aan zowel het Zorginstituut als aan het ministerie van VWS aanbevelingen gedaan. Aanbevelingen aan het Zorginstituut gaan onder meer over het integreren van de taken pakketbeheer en kwaliteit, zorgvuldigheid in communicatie, het intensiveren van samenwerking en het investeren in de eigen organisatie. Het ministerie van VWS bevelen we onder andere aan het Zorginstituut een krachtiger en beter geïntegreerde taakstelling te geven. Een volledig overzicht van onze conclusies en aanbevelingen is te vinden in het evaluatierapport. De reactie van de minister is te vinden in de kamerbrief.

Gerelateerde onderwerpen

Inzichten