KWINK Groep

Nassaulaan 1
2514 JS Den Haag

+31 (0)70 35 96 955
info@kwinkgroep.nl
Contact
Inzicht

Reflexief monitoren in de OV-sector

Een van de diensten die KWINK groep aanbiedt is monitoring. Dit doen we onder andere aan de hand van de reflexieve monitoringscyclus. Voor het Toekomstbeeld OV 2040 hebben we onlangs (weer) een gehele cyclus doorlopen. In dit artikel leggen we uit hoe reflexieve monitoring in de praktijk te werk gaat.

9 mei 2023

Iedereen in Nederland moet snel, gemakkelijk, betrouwbaar en betaalbaar met het openbaar vervoer (OV) kunnen reizen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), provincies, vervoerregio’s, openbaarvervoerbedrijven en ProRail werken samen aan de uitvoering van het Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040), waarvoor doelen en ontwikkelrichtingen voor 2040 zijn vastgesteld. KWINK groep werkt aan de reflexieve monitoring van het Toekomstbeeld OV 2040 in opdracht van IenW en CROW-KpVV.

Reflexieve monitoring in theorie

Monitoring is het (continu) zicht houden op voortgang. Hierbij kijk je naar welke interventies zijn gepleegd, wat de voortgang is en welke bedoelde en onbedoelde effecten optreden. [1] Anders gezegd kan door structurele monitoring in kaart worden gebracht of organisaties ‘op weg zijn’ om de doelen van hun activiteiten en beleid te behalen. De meerwaarde zit er wat KWINK betreft niet enkel in om de resultaten te beschrijven, maar juist ook in het analyseren van en reflecteren op die resultaten. Dit is reflexief monitoren: een flexibele systematiek waarbij leren, aanscherpen en bijstellen van beleid onderdeel zijn van de monitoringscyclus.

Reflexief? Wat bedoelen jullie daarmee?

Reflexief komt van reflexiviteit: ‘het vermogen om steeds weer gedrag te veranderen, onder meer onder invloed van kennisneming van kennis.’ [2] Reflexiviteit gaat om het bewust nadenken over de manier waarop je handelt en welke effecten je daarmee bewerkstelligt, zodat je op basis van deze inzichten je beleid of activiteiten (tijdig) kunt bijsturen.

Wij hebben de wetenschappelijke theorie achter reflexief monitoren geoperationaliseerd naar een overzichtelijke monitoringscyclus met drie fasen: 1. waarnemen, 2. gezamenlijk analyseren en reflecteren en 3. aanscherpen activiteiten en monitoring. Zie ook deze pagina over onze dienst monitoring.

Reflexieve monitoring in praktijk: monitoring van het Toekomstbeeld Openbaar Vervoer

In de Contourennota Toekomstbeeld OV 2040 zijn vijf doelen voor de OV-sector geformuleerd:

  1. Het OV vangt haar deel van de mobiliteitsgroei op, in stedelijk gebied is OV samen met de fiets en lopen het belangrijkste vervoermiddel.
  2. Het klantoordeel in het hele OV gaat naar een 8 gemiddeld.
  3. De gehele OV-sector zero emissie en circulair.
  4. Nederland is een koploper in innovatie en vernieuwing van het OV.
  5. We streven – ook met het intensiveren van het OV –naar een voortdurende verbetering van veiligheid en minder hinder voor de omgeving.

Hierna beschrijven we hoe we de verschillende fasen van reflexieve monitoring in de praktijk operationaliseren en geven we een voorbeeld van de toepassing in het geval van het Toekomstbeeld OV.

Fase 1: waarneming

De eerste stap in de monitoringscyclus is waarneming. Hierbij gaat het om klassieke ‘monitoring’. Dit kan zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. Kwantitatief middels indicatoren, op basis van data. Meer kwalitatief kan (periodiek) in kaart worden gebracht waar men op dat moment staat.

Belangrijk bij deze fase is het tijdselement: wanneer data over langere periode wordt verzameld, stelt dat in de volgende fase (analyse en reflectie) in staat om te kijken naar trends.

Toepassing Toekomstbeeld OV 2040: In de monitoring van het Toekomstbeeld OV 2040 wordt jaarlijks de voortgang gemeten op de vijf doelen door middel van kwantitatieve indicatoren. Via de monitor krijgen de gezamenlijke partners van het Toekomstbeeld OV (Rijk, regio’s, vervoerders en ProRail) inzicht in de voortgang op de vijf doelen. De derde meting van deze monitor is onlangs gepubliceerd.

De monitor maakt gebruik van data uit bestaande, openbare publicaties zoals het Mobiliteitsbeeld (KiM) en de Staat van het regionale openbaar vervoer van CROW-KpVV. De monitor geeft inzicht in de trends in de data over het afgelopen jaren en geeft daarmee een beeld van de voortgang van het behalen van de vijf doelstellingen.

Voor sommige doelstellingen zijn geen kwantitatieve data beschikbaar om de voortgang in kaart te brengen. In dat geval zijn meer kwalitatieve inventarisaties gemaakt van de ‘stand van zaken’. Zo zijn bijvoorbeeld momenteel geen data beschikbaar die in staat stellen inzichtelijk te maken hoe circulair de OV-sector is (doelstelling 3). Daarom hebben we een inventarisatie uitgevoerd naar de stand van zaken van circulariteit in de OV-sector, deze inventarisatie is terug te vinden in de monitor.

Fase 2: gezamenlijk analyseren en reflecteren

We analyseren de trends en het doelbereik: verwachten we op basis van de data dat de doelen behaald zullen worden? En welke ontwikkelingen zijn van invloed geweest, of zullen van invloed gaan zijn op het doelbereik?

Vervolgens vindt reflectie plaats: welke conclusies moeten aan deze analyse worden verbonden? Moeten acties worden bijgesteld of nieuwe acties worden ondernomen? Staan we nog steeds achter de doelen? Hebben we voldoende zicht op de voortgang? Of zijn er op basis van voortschrijdend inzicht aanvullende behoeften voor de monitoring?

Gezamenlijkheid is in deze fase zeer belangrijk. Het doel is namelijk om gezamenlijk – en van elkaar – te leren. Hierdoor ontstaan nieuwe perspectieven (‘zo hebben we er nog niet eerder naar gekeken’) wat in staat stelt tot nieuwe of betere handelingsperspectieven te komen.

Toepassing Toekomstbeeld OV 2040: In het kader van de monitoring van het Toekomstbeeld OV 2040 hebben we geanalyseerd welke ontwikkelingen van invloed zijn geweest op het doelbereik. De gezamenlijke partners van het Programma Toekomstbeeld OV (het ministerie van IenW, provincies, metropoolregio’s, vervoerders en ProRail) geven vervolgens betekenis aan deze analyses. Hiertoe hielden we een zogenaamde reflectiedag waarbij we met deze partners in verschillende sessies reflecteerden op de ontwikkelingen en analyses daarvan.

Voor de OV-sector geldt dat bijvoorbeeld afgelopen jaren Covid-19 van grote invloed is geweest. Een analyse van de impact van Covid-19 in de OV-sector verklaart verschillende trends in de data. Tegelijkertijd is het ook zinvol om vooruit te kijken: hoe gaat de OV-sector er ná Covid-19 uitzien, en in hoeverre zullen effecten blijvend zijn?

Fase 3: aanscherpen van activiteiten en monitoring

De laatste stap van reflexief monitoren is het aanscherpen van activiteiten en de monitoring. Inzicht in de voortgang stelt in staat om activiteiten aan te scherpen. Zo kan dit inzicht resulteren in het opstarten van nieuwe activiteiten of het aanpassen of stopzetten van de huidige activiteiten. Tegelijkertijd scherpen we in deze fase ook de monitoring aan: bijvoorbeeld door het toevoegen of wegnemen van indicatoren of andere dataverzamelingsmethoden verkennen en toepassen.

Toepassing Toekomstbeeld OV 2040: Bij de monitoring van het Toekomstbeeld OV betekent dit concreet dat we onderzoeken of er nieuwe of aanvullende data beschikbaar zijn voordat een nieuwe meting van de monitor wordt opgesteld. Hiermee voorzien we in de behoeften die tijdens de reflectie naar voren zijn gekomen.
Ook geven de partners van het Programma Toekomstbeeld OV sturing aan de afspraken die zijn gemaakt vanuit het Toekomstbeeld OV 2040.

Van theorie naar praktijk

Reflexieve monitoring klinkt wellicht in eerste instantie als een complexe en theoretische benadering. In de praktijk merken wij dat de betrokkenen met wie wij de cyclus doorlopen, dit makkelijk kunnen volgen. Aan de hand van het figuur van de monitoringscyclus en praktische voorbeelden kunnen we snel met elkaar ‘de diepte in’.

Mocht u geïnteresseerd zijn om met elkaar in gesprek te gaan over wat reflexief monitoren voor u kan betekenen neem dan contact op met een van onze adviseurs (bovenaan de pagina).

Bronnen

[1] Arkestijn, Van Mierlo, Potters (2007). Methoden voor monitoring en evaluatie van innovatieprojecten, Wageningen: WUR.

[2] In ’t Veld, R.J. (2021). Kennisdemocratie. In het oog van de orkaan.

Gerelateerde onderwerpen

Inzichten