KWINK Groep

Nassaulaan 1
2514 JS Den Haag

+31 (0)70 35 96 955
info@kwinkgroep.nl
Contact
Inzicht

Kunstenaarsmindset. Kan KWINK daar wat mee?

KWINK groep vierde het 15-jarig bestaan op donderdag 15 september in Theater Rabarber. Oprichter Bill van Mil blikte terug in een speech over de afgelopen 15 jaar KWINK groep, componist Merlijn Twaalfhoven blikte vooruit in een lezing over het gebruiken van de kunstenaarsmindset. Sjoerd legt in dit interview uit hoe hij denkt dat KWINK groep deze mindset kan gebruiken.

29 september 2022

Rosanna: Waar riep Merlijn toe op in zijn lezing?

Sjoerd: het hanteren van een kunstenaarsmindset bij maatschappelijke vraagstukken. Of zoals hij het in de titel van zijn boek hard aanzet: ‘Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden’. Trouwens: het is goed om te vermelden dat zijn lezing een creatievere vorm had dan het woord ‘lezing’ klinkt.

Terug naar je vraag. Merlijn gaf in zijn lezing aan het jammer te vinden dat kunst vaak in een apart hoekje wordt geplaatst: kunst is overdag in het Rijksmuseum en ’s avonds in de schouwburg te vinden. Hij hield een pleidooi hoe de verbeelding van kunst en cultuur juist onderdeel zou moeten zijn van ons dagelijks (werkende) leven, omdat we heus in staat zijn creatief te zijn. Deze mindset is goed te gebruiken bij maatschappelijke vraagstukken, omdat het bijvoorbeeld zou helpen abstracte maatschappelijke vraagstukken op een creatieve manier concreet te maken.

Rosanna: Wat in zijn betoog sprak je aan?

Sjoerd: Het idee dat een kunstenaarsmindset je kan helpen maatschappelijke vraagstukken beter te beschrijven. Veel maatschappelijke opgaven klinken abstract. De stikstofcrisis is hiervan een goed voorbeeld. Het heeft een grote invloed op natuur, boeren en bedrijvigheid, maar voor veel mensen blijft het een lastig te vatten probleem. Juist met een kunstenaarsmindset en het inzetten van creatief taalgebruik, geloof ik dat we maatschappelijke opgaven tastbaarder en duidelijker aan mensen kunnen uitleggen.

Rosanna: Waar moet ik bij creatief taalgebruik aan denken?

Sjoerd: Zelf moet ik denken aan hoe wetenschapper Robbert Dijkgraaf in colleges bij De Wereld Draait Door University aan de hand van alledaagse voorwerpen en alledaagse situaties, hele complexe onderwerpen duidelijk en tastbaar maakte. Bijvoorbeeld: ‘het is als een beweging die een stuiterbal maakt als je hem laat vallen op een vlakke grond’. Zelf geloof ik dat je met dergelijk creatief taalgebruik, ook minder woorden nodig hebt om een boodschap te vertellen. Laatst las ik in een boek een citaat van Rob Wijnberg, die uitlegt hoe je eigen privileges je onterecht het idee geven dat je je ‘succes’ zelf hebt behaald. Hij beschreef dat mechanisme aan de hand van deze zin: ‘Van tegenwind op de fiets ga je harder trappen, van meewind ga je denken dat je harder trapt’. Die zin lijkt mij duidelijker en korter dan hoe ik het beschrijf.

Rosanna: dat klinkt duidelijk, maar hoe kun je die creativiteit dan gebruiken in (beleids)onderzoek?

Sjoerd: klinkt niet als een logische combinatie hè? Wij als onderzoekers hebben de taak op te schrijven ‘hoe het zit’. Die kans moeten we gebruiken. Bijvoorbeeld: bij een wetsevaluatie heb je in de samenvatting de kans om aan de lezer kort en duidelijk te maken hoe de wet gewerkt heeft de afgelopen jaren.

Daar kunnen we een kunstenaarsmindset bij gebruiken. Juist omdat ik merk dat met creatief taalgebruik, ‘hoe het zit’ soms eenvoudiger uit te leggen is. Eerder haalde ik stikstof aan: de commissie-Remkes noemde het rapport over stikstof ‘Niet alles kan’. Met die titel is mij meteen duidelijk hoe de commissie Remkes vindt ‘dat het zit’. Bij KWINK groep geven we met de titels van onderzoeken de aard van het onderzoek weer (‘wetsevaluatie X..’). Zouden we met de resultaten die in ons onderzoek naar boven komen (‘Niet alles kan’), ook zo’n heldere titel kunnen maken?

Dit deed Remkes ook al eerder in een ander onderzoek, naar mijn mening op nog betere wijze. Dit was een Staatscommissie die een doorlichting uitvoerde van het Nederlandse parlementair stelsel en de parlementaire democratie. Een veelomvattende kluif, die de commissie ondanks de complexiteit samenvatte in de titel: Lage drempels, hoge dijken. Zo stelt Remkes in de doorlichting dat alle aanbevelingen ertoe dienen om de ‘dijk rondom onze democratische rechtsstaat te verhogen’. Die linkte hij aan aanbevelingen in het onderzoek als: in de wet moet een regeling worden opgenomen die het mogelijk maakt politieke partijen die een bedreiging vormen voor de democratische rechtstaat te verbieden. Een aantal andere aanbevelingen van de commissie-Remkes droegen eraan bij ‘om met lage drempels de toegankelijkheid en de openheid van het Nederlandse politieke stelsel te behouden’. Denk hierbij aan een aanbeveling als zorgen voor meer stembureaus op locaties waar de opkomstpercentages laag liggen. Het lijkt mij een mooie uitdaging om, net als in dit voorbeeld van de commissie-Remkes, met creatief taalgebruik onze onderzoeksresultaten of aanbevelingen te beschrijven.

Gerelateerde onderwerpen

Inzichten