Accountants voeren een publieke taak uit van groot maatschappelijk belang, zij controleren bijvoorbeeld de jaarrekening en zijn de enige bevoegde beroepsgroep om deze jaarrekeningen goed te keuren. Het is daarom van belang dat accountants objectief, onafhankelijk, integer en vakbekwaam te werk gaan. Wanneer een accountant zijn of haar werk niet goed doet, kan er een klacht tegen de accountant worden ingediend. De accountant moet zich dan verantwoorden bij de Accountantskamer, het tuchtcollege voor accountants. KWINK groep evalueerde de Accountantskamer voor de periode 2009 – 2019.
Onderzoeksvragen
In opdracht van het ministerie van Financiën evalueerde KWINK de Accountantskamer. In deze evaluatie stonden twee vragen centraal:
Hoofdvraag 1: Is de Accountantskamer afdoende geëquipeerd om haar missie te vervullen?
Hoofdvraag 2: Is financiering van de Accountantskamer door het ministerie van Financiën nog steeds de meest aangewezen financieringsvorm?
Conclusies
We concluderen dat de Accountantskamer afdoende geëquipeerd is om haar missie te vervullen. Terugkijkend stellen we vast dat de Accountantskamer invulling heeft gegeven aan de geformuleerde missie. Vooruitkijkend constateren we dat de Accountantskamer gezien de beperkte omvang en de afhankelijkheid van gerechtsbesturen in toenemende mate kwetsbaar is voor fluctuaties in het aantal (grote) zaken en het personeel. Doen we voor verbetervoorstellen om de kwetsbaarheid van de Accountantskamer te verkleinen.
Voor wat betreft de financiering kan beredeneerd worden dat de huidige financiering van de Accountantskamer door het ministerie van Financiën nog steeds de meest aangewezen vorm is gegeven het publieke belang van het accountantstuchtrecht. Tegelijkertijd met het publieke belang kan ook beredeneerd worden dat het profijtbeginsel bij het accountantstuchtrecht van toepassing is en dat de beroepsgroep derhalve zou moeten voorzien in de financiering van het tuchtrecht. Doordat er voor beide financieringsvormen argumentatielijnen te geven zijn, is een hybride variant eveneens een optie. Gelet op de administratieve lasten voor alle betrokken partijen die samenhangen met (deel)financiering door de beroepsgroep ligt het momenteel – gezien de relatief beperkte kosten van het accountantstuchtrecht – ligt het niet voor de hand om de huidige financieringsvorm te wijzigen.
De minister van Financiën geeft in de kamerbrief aan zich te kunnen vinden in de conclusie van de onderzoekers en is daarom niet voornemens om de wijze van financiering aan te passen. Ook de voorzitter van de Accountantskamer heeft aangegeven met de verbetermogelijkheden aan de slag te gaan.
Samenwerking
In dit onderzoek hebben we samengewerkt met Mr. Dr. Eva Eijkelenboom. Zij is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In haar promotieonderzoek richtte zij zich op de totstandkoming, doelmatigheid en de doeltreffendheid van de kwaliteitsbevorderende wetgeving voor Nederlandse accountantsorganisaties.
U treft hier de link naar het volledige rapport.