KWINK Groep

Nassaulaan 1
2514 JS Den Haag

+31 (0)70 35 96 955
info@kwinkgroep.nl
Contact
Inzicht

Afstudeerscriptie: Invloed van het invoering leenstelsel op politieke participatie

Sinds februari loop ik stage bij KWINK groep, waar ik naast mijn werkzaamheden mijn afstudeerscriptie heb geschreven over het sociaal leenstelsel en politieke participatie. Hiermee hoop ik succesvol af te studeren voor mijn master Beleid en Politiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zodoende heb ik mijn vaardigheden die ik heb opgedaan tijdens mijn stage mogen toepassen in mijn eigen onderzoek. Een leuke en uitdagende ervaring waarmee ik mijn stage kan afronden.

30 juni 2022

Afstudeerscriptie politieke participatie en het leenstelsel

Voor mijn afstudeerscriptie heb ik een vergelijkend onderzoek gedaan naar politieke participatie onder jongvolwassenen uit het sociaal leenstelsel en jongvolwassenen uit het vorige stelsel. De onderzoeksvraag luidt als volgt: “In hoeverre verschilt de politieke participatie van jongvolwassenen die studeerden ten tijde van het vorige stelsel van studiefinanciering ten opzichte van jongvolwassenen die studeerden ten tijde van het sociaal leenstelsel?” Mijn interesse hiervoor vloeit voort uit mijn affiniteit met het onderwijs en de ontwikkelingen rondom het sociaal leenstelsel.

Aanleiding

Vanaf 2023 wordt de basisbeurs weer ingevoerd. Wat betekent dit voor studenten die tussen 2015 en 2023 hebben gestudeerd of nog studeren? Het besluit om de basisbeurs weer in te voeren heeft gezorgd voor discussie onder studenten uit het sociaal leenstelsel. Dit komt onder meer omdat zij zich bevinden in een periode waar er geen basisbeurs is, terwijl dit er voor het leenstelsel wel was en nu weer wordt ingevoerd. Zo wordt soms gesproken over een zogeheten ‘Pechgeneratie’. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot demonstraties en petities die zijn getekend door studenten. Er is al onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van het onderwijs als gevolg van de invoer van het sociaal leenstelsel, echter zijn de bredere effecten nog niet belicht. Het is om deze reden interessant om te kijken naar de brede effecten van het sociaal leenstelsel, waarbij dit onderzoek zich heeft gericht op politieke participatie.

 Onderzoeksmethode

Voor dit onderzoek heb ik een enquête uitgezet onder jongvolwassenen uit het vorige stelsel en het sociaal leenstelsel, waarbij ik vragen over politieke participatie heb voorgelegd. Hiermee kan worden gezien in hoeverre deze twee groepen van elkaar verschillen. Voordat de verschillen konden worden belicht, werd eerst gekeken of het sociaal leenstelsel een sterk verband heeft met politieke participatie, waarbij ook andere mogelijke factoren zijn getoetst. Hierbij kan worden gedacht aan politieke interesse van een persoon, wat ook van invloed kan zijn op politieke participatie. Om een beter beeld te krijgen over de resultaten uit de enquête, heb ik vijf aanvullende interviews verricht. Zo heb ik gesproken met iemand van het ministerie van OCW, iemand van FNV Young & United, Roel in ’t Veld en twee jongvolwassenen uit de twee stelsels. Dit zorgt ervoor dat ik verschillende kanten heb gehoord en bredere inzichten heb verkregen over het sociaal leenstelsel.

Conclusie: verband tussen politieke participatie en het leenstelsel

Uit mijn onderzoek heb ik interessante inzichten verkregen. Allereerst heb ik geen bewijs gevonden dat het sociaal leenstelsel invloed heeft op politieke participatie. Echter heb ik in mijn onderzoek ook onderscheid gemaakt tussen participatievormen. Zo is er wel een positief verband tussen het sociaal leenstelsel en stemgedrag, maar niet met demonstraties of getekende petities. Hiermee zien we dat het sociaal leenstelsel geen beïnvloedende factor op zichzelf is. Verder toont mijn onderzoek geen significant verschil aan in politieke participatie tussen de jongvolwassenen uit het sociaal leenstelsel en jongvolwassenen uit het vorige stelsel. Wel is een verschil tussen het stemgedrag van beide groepen te zien, waarbij jongvolwassenen uit het sociaal leenstelsel hoger scoren dan de groep uit het vorige stelsel. Dit kan overigens komen doordat dit onderzoek zich heeft gericht op politieke participatie in relatie tot het sociaal leenstelsel, waarbij de belangen van jongvolwassenen uit deze groep groter zijn. Uit de interviews heb ik tot slot interessante inzichten verkregen om meer invulling te geven aan mijn resultaten. Zo blijkt uit de gesprekken dat het sociaal leenstelsel meer een optelsom is, waar verschillende factoren zoals huisvesting, studieschulden, veel moeten werken en mentale stress samenkomen. Hierbij komen ook de ontwikkelingen rondom corona of klimaat in terug. Het is dus een samenhang van diverse onzekerheden, waarmee jongvolwassenen uit het sociaal leenstelsel te maken hebben. Daarnaast kunnen zowel het vorige beleid als het nieuwe aankomende beleid een rol spelen, waarbij de groep uit het sociaal leenstelsel zich benadeeld kan voelen door een vergelijking te maken met de groepen die voor en na hen wel een basisbeurs hebben ontvangen of gaan ontvangen.

Aanbevelingen

Ondanks dat het sociaal leenstelsel wordt afgeschaft vanaf 2023, is het belangrijk om in acht te nemen wat voor invloed het op de groep uit het sociaal leenstelsel heeft en wat daaraan kan worden gedaan. Zo komt uit alle gesprekken naar voren dat het van belang is dat de overheid het gesprek met studenten moet aangaan, waarbij beide kanten elkaar horen en er een tussenweg kan worden gevonden. Hierbij kan het helpen om transparant te zijn over wat wel en niet kan, maar ook over wat al wel wordt gedaan. Een voorbeeld hiervoor is at de overheid een groot deel van het collegegeld betaald voor studenten. De studentenvertegenwoordigers kunnen hier een belangrijke rol vervullen, door mee te denken met de het ministerie over de oplossingen. Daarnaast is consistentie en stabiliteit van beleid ook een belangrijke factor, waarbij steeds veranderend beleid onzekerheid en wantrouwen kan opwekken. Tot slot liggen er ook kansen voor werkgevers, waarbij de overheid afspraken met werkgevers kunnen maken om een deel of het geheel van de studieschulden van werknemers af te lossen en daartegenover een beter aanbod hebben voor werkzoekenden. Zodoende kunnen er win-win situaties ontstaan, waar zowel studenten als werkgevers profijt van hebben.

Gerelateerde onderwerpen

Inzichten