Radio, televisie, mobiele telefoons; deze en vele andere toepassingen maken gebruik van frequenties (radiogolven). Frequenties zijn voor bepaalde toepassingen schaars, onjuist gebruik ervan kan leiden tot storing bij andere gebruikers en toepassingen met een publiek karakter moeten beschermd worden. Het Rijk is verantwoordelijk voor de verdeling van frequentieruimte. KWINK groep evalueert in opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZ) het gevoerde beleid van de afgelopen 10 jaar.
Frequentiebeleid
De overheid heeft op het terrein van frequentiebeleid een ordenende, verdelende en toezichthoudende rol. Het ministerie van EZ is verantwoordelijk voor het beleid en het Agentschap Telecom voor de vergunningverlening en het toezicht. De Nota Frequentiebeleid 2005 vormt het kader waarbinnen zij hun werkzaamheden vormgeven. Het bevat de doelstellingen en uitgangspunten voor de bestemming en verdeling van frequentieruimte. Het algemene uitgangspunt is dat een toepassing niet meer frequentieruimte inneemt dan noodzakelijk. Daarnaast zou het beleid vanaf 2005 meer gericht moeten zijn op:
- Het stimuleren van economische activiteiten;
- Meer ruimte voor innovatie en kennisontwikkeling;
- Flexibilisering van regelgeving en het wegnemen van drempels.
Onze aanpak
KWINK groep onderzoekt in welke mate de doelstellingen zijn bereikt en in hoeverre ingezette beleidsinstrumenten daaraan hebben bijgedragen. Uiteindelijk geven we aanbevelingen voor het toekomstige frequentiebeleid.
We analyseren feitelijk materiaal maar zetten ook een enquête uit onder leden van het Nationaal FrequentiebeleidsOverleg. We houden interviews met gebruikers en aanbieders van telecommunicatie, omroepen en ministeries. Als laatste voeren we een quick scan uit naar het frequentiebeleid in andere Europese landen om best practices op te halen.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Oxperts Consultancy.