Het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) heeft een nieuwe subsidieregeling aangekondigd voor maatschappelijke organisaties die actief zijn in ontwikkelingslanden. Wij delen onze inzichten met betrekking tot subsidieregelingen.
De nieuwe regeling zorgt voor uitdagingen:
- Het is lastig de resultaten van het werk van de maatschappelijke organisaties meetbaar te maken.
- Het is ingewikkeld om aanvragen op te stellen voor werk dat in een snel veranderende wereld over 4 jaar moet worden gedaan.
- BuZa en de maatschappelijke organisaties trekken op als partners, maar dat botst soms met de rolverdeling van verstrekker en ontvanger van subsidie.
Via de subsidieregeling ‘‘Samenspraak en Tegenspraak’ verdeelt BuZa 185 miljoen euro per jaar onder maximaal 25 maatschappelijke organisaties en allianties die actief zijn in ontwikkelingslanden. Organisaties kunnen tot 1 september hun aanvraag indienen. Nadat besluitvorming over de selectie heeft plaatsgevonden, worden partners uitgenodigd om in overleg met Minister concrete invulling te geven aan het partnerschap.
Zelf resultaten meten
Ten opzichte van de voorgaande regeling (MFS-II) biedt het kader meer ruimte aan organisaties om de resultaatmeting zelf in te richten. Ook biedt het kader meer inhoudelijke vrijheid en ruimte voor vernieuwing aan aanvragers. Er wordt (nog) meer belang gehecht aan de veranderstrategie (‘theory of change’) die de partner voorstelt. Tot slot zijn er strengere eisen gesteld aan de ervaring die organisaties hebben met beleidsbeïnvloeding (‘track record’).
Vier lessen voor subsidieregelingen
- Het is voor aanvragers van subsidieregelingen verleidelijk om hun eigen visie en aanpak te presenteren. Veel belangrijker is echter dat deze visie aansluit bij de beoordelingscriteria en dat aan alle formele eisen wordt voldaan. Door de boodschap te framen doet een aanvrager recht aan zijn eigen visie en sluit hij beter aan bij de wens van de subsidiegever.
- Afgewezen aanvragers kiezen regelmatig voor een juridische procedure. Als gevolg daarvan besteden subsidiegevers steeds meer aandacht aan het juridisch dichttimmeren van de beoordelingsprocedure. Dat staat vaak op gespannen voet met een korte doorlooptijd en duidelijke communicatie over de beoordelingsprocedure.
- Het zorgvuldig verdelen van subsidies is een tijdrovend proces voor zowel aanvragers als beoordelaars. Het is belangrijk dat de administratieve lasten in verhouding staan met de hoogte van de subsidie. KWINK beveelt subsidiegevers en aanvragers vaak aan om bij de aanvraag en de monitoring zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande informatie, formats en definities, in plaats van nieuwe gegevens te verzamelen. Bovendien zijn gegevens van derden (die geen enkel belang hebben bij de informatie) een betrouwbare bron.
- Er is steeds meer aandacht voor de besteding van publiek geld door de maatschappelijke organisaties en de resultaten die daar mee worden bereikt. De roep om zichtbare resultaten drukt zwaar op de sector, want er is geen eenduidige relatie tussen inspanningen en resultaten. Het is daarom belangrijk om cijfers gepaard te laten gaan van een ‘bijsluiter’ waarin een toelichting wordt gegeven op de interpretatie. Bovendien is het belangrijk dat recht wordt gedaan aan de complexiteit van de werkelijkheid en dat niet wordt gekozen voor één gouden indicator, maar voor meerdere aangrijpingspunten.
Onze ervaring met subsidieregelingen
KWINK groep leverde de projectsecretaris voor de beoordeling van MFS-II in 2011. Onze adviseurs begeleiden regelmatig overheden bij het opstellen van beoordelingskaders en het beoordelen van aanvragen. Ook ondersteunen we regelmatig ngo’s bij het opstellen van hun subsidieaanvraag. We kunnen putten uit ervaring in verschillende sectoren: ontwikkelingssamenwerking, cultuur, innovatie.