Vorige week maakte het Kabinet verschillende voorstellen tot vernieuwing van de democratie openbaar. Het gaat over formele wijzigingen in de representatieve democratie. Zoals het vergroten van het gewicht van stemmen op individuele kandidaten voor de Tweede Kamer en het verlengen van de zittingsduur van Eerste Kamerleden. Op hoofdlijnen blijft het tot stand gekomen arrangement voor de representatieve democratie in stand, waarmee een belangrijke hoofdzaak buiten beschouwing blijft in de voorstellen, namelijk de verhouding tussen representatieve en participatieve democratie.
Participatieve dynamiek voor vormgeving democratie
Wij zijn van mening dat de dynamiek van de samenleving consequenties behoeft te hebben voor de vormgeving van democratie. De stormachtige verhoging van het opleidingsniveau van onze bevolking heeft burgers voortgebracht, die hun belangen en voorkeuren meervoudig vertegenwoordigd en geborgd willen zien. Alle decentrale overheden en de tienduizenden maatschappelijke organisaties die (semi-)publieke dienstverlening leveren, weten dat hun voorstellen tot verbetering niet alleen uiteindelijk de goedkeuring behoeven van raden, staten en/of toezichthouders. Ook de goedkeuring van de verschillende groepen van betrokken burgers (cliënten, omwonenden, betrokkenen, etc.) is onmisbaar voor het maatschappelijk draagvlak, dat aanvaarding en vervolgens uitvoering van de voorstellen mogelijk maakt.
Hoe om te gaan met de verschillende groepen van betrokken burgers is een vraagstuk voor veel overheden. Soms is de participatie formeel georganiseerd vanuit de representatieve democratie, via georganiseerde inspraakprocessen. Er bestaan echter ook tal van burgerinitiatieven, plots opkomende protestgroepen, en al traditionele representaties van belanghebbenden zoals patiëntenverenigingen. Een van de boeiende vragen is, waar al deze uitdrukkingen van belangen en voorkeuren terecht komen. Vaak denkt het openbaar bestuur dat het geroepen is om alle inspraak te verzamelen en te wegen in finale besluitvorming. Het is daarnaast echter ook mogelijk om ontmoetingen te organiseren tussen diverse groeperingen en daarbinnen al afwegingen te maken. Hiermee komt de finale besluitvorming niet bij de representatieve democratie te liggen. De tafels ter voorbereiding van het klimaatakkoord zijn daarvan een voorbeeld. Het is nog onbekend wat de effecten zullen zijn van deze aanpak.
Vermenging vraagt maatwerk
Algemene lessen over het betrekken van de verschillende groepen van betrokken burgers zijn moeilijk te trekken. Immers, iedere casus is anders. We weten uit wetenschappelijke inzichten dat in de processen van overleg de core values van stakeholders beschermd dienen te blijven. Veel andere algemene aanbevelingen voor verstandige vormgeving van de menging van participatieve en representatieve democratie miskennen vaak de specifieke aard van een concrete situatie. Daarvoor zijn analyse en overleg nodig. Dat is ook nodig, omdat de participerende partners ook geïnteresseerd zijn in die vormgeving van de menging van participatieve en representatieve democratie. Vaak is overeenstemming over deze vormgeving een noodzakelijke conditie voor later draagvlak.
Vanwege de specifieke aard van concrete situaties zijn er door het Kabinet wellicht geen voorstellen aangekondigd voor de menging van participatieve en representatieve democratie. Bij KWINK hebben we echter veel ervaring met dergelijke concrete vraagstukken. Onze expertise is er met name op gericht om de verantwoordelijke instantie te ondersteunen met analyse en architectuur van de meest geschikte processen voor overleg en besluitvorming in concrete situaties. Opdat de dynamiek van de samenleving zo goed als mogelijk tot zijn recht komt in ons democratisch systeem.